Intens emotierijk en indrukwekkend.
Die woorden vatten misschien nog best de inleefreis naar Benin samen.
Benin is een land in volle groei, met mensen die écht vooruit willen. Maar het sleurt een vreselijk slavenverleden met zich mee en vecht elke dag tegen armoede, structurele tekorten, een grillige natuur, oude leefgewoontes, ….
Vanaf dag één ervaarde ik de meest uiteenlopende emoties.
Ik was ontroerd door de hartelijke ontvangst in schooltjes en dorpen, maar schrok van het gebrek aan schoolmateriaal en de overbevolkte klassen.
Ik was gecharmeerd door de inventiviteit van de lokale bevolking om bv. met een lege plastic bidon, een touwtje en een takje een hygiënisch systeem om handen te wassen te installeren. Of om met afgedankte zaken nieuwe spullen te ontwerpen.
Ik was gechoqueerd door het tekort aan medicijnen en middelen in dispensaria en ziekenhuizen, maar bewonderde de creativiteit waarmee artsen en verpleegkundigen er toch het beste van maakten.
Ik voelde me vrolijk toen ik een paar vrouwen sprak die met een aanstekelijk enthousiasme hun groentetuintje, bananenboom of geitenkwekerij toonden. En blij toen ik een schoolmeisje hoorde vertellen hoe ze in de dorpen als ambassadrice ondervoede kindjes bezoekt en samen met de dorpsoverste en haar coach zo’n gezin begeleidt naar een betere voeding.
Ik was echt compleet van de kaart en gechoqueerd toen we de slavenroute volgden met al die vreselijke verhalen over een toch niet zo ver verleden van misbruik, handel en mensonterende toestanden. Hoe kunnen mensen elkaar zo iets aan doen?
Ik voelde ontzag voor de voodoo-godsdienst die helemaal anders is dan hoe wij er in het westen over denken. Voodoo verbindt mensen en behandelt misdaden en tegenslagen op een erg bijgelovige maar vaak ook wijze, verbindende manier.
Ik ergerde me aan enkele mannen die luierden terwijl hun vrouw aan t werk was. En aan het feit dat meisjes uitgestoten worden na een bevalling die verkeerd afloopt, of na een verkrachting. Qua vrouwen- en kinderrechten moet hier nog heel heel veel gebeuren.
Ik voelde medelijden met de kinderen (meestal meisjes) die langs de weg spullen staan te verkopen ipv naar school te gaan.
Ik ben blank en voelde me enkel daardoor rijk en verwend. Maar anders dan in andere Afrikaanse landen, werden we hier nooit achterna geroepen om dingen te kopen of te geven. En anders dan bij ons, in België, lachen de mensen vrolijk en zijn ze, in hun armoede of tegenslagen, solidair.
Ik voelde me vereerd toen we een plaatselijke koning in zijn koninklijke hut mochten bezoeken. Benin is een republiek met een president, maar de lokale koningen hebben blijkbaar nog altijd invloed.
Ik was aangenaam verrast door de moderne kunst die we in een paar musea zagen. En het enthousiasme waarmee we langs de verschillende kunstwerken werden rondgeleid.
Ik was onder de indruk van de weelderige natuur: overal was heel veel groen. Maar dat kwam omdat we op t einde van t regenseizoen Benin bezochten, werd ons verteld: “Binnenkort is alles dor en bruin”. Maar toch….waarom is hier niet meer landbouw?
Ik genoot van samen dansen en zingen, zowel in schooltjes als in een heuse dancing.
Ik bewonderde de mensen van de Stichting (het lokale en het Belgische team) voor de vastberadenheid en de enorme werkkracht waarmee ze zich elke dag volop smijten in een verbetering van de projecten.
Deze reis was een onderdompeling in een verrassende cultuur van een heel fier volk. Een onderdompeling in mooie projecten en initiatieven, een onderdompeling in warm menselijke verhalen, soms verhalen van vallen en opstaan maar altijd getuigend van een wil om vooruit te komen.
Benin heeft voor altijd een warme plek in mijn hart.
Lea Van Hoeymissen
Foto’s Peter Verbruggen