Tussen eind oktober en half december 2015 had ik de gelegenheid om de twee ziekenhuizen te bezoeken die mede ondersteund worden door de stichting Hubi&Vinciane. Ik ben vroedvrouw van opleiding, heb enkele jaren ervaring opgedaan in een broussematerniteit in Mali en doe, sinds mijn pensioen, al enige tijd missies mee met Artsen Zonder Vakantie. Zo kwam ik dus ook terecht in de ziekenhuizen van Boko en Papané in Benin.
De mensen die een beroep doen op deze ziekenhuizen komen uit diverse bevolkingsgroepen: Bariba, Peul, Nagot, Otamari, Yom-Lokpa, Fon, ….
Dit bemoeilijkt geregeld de communicatie: zorgvragers en zorgverleners verstaan elkaar niet altijd en moeten dan beroep doen op een bereidwillige en toevallige tolk die de beide talen verstaat.
Het zone-hospitaal Saint Martin in Papané situeert zich op 70 km ten zuiden van Parakou. De onlangs benoemde directrice is Soeur Mireille van de congregatie van de .”Vierges Sacrées”. Zij is een geëngageerde vrouw van middelbare leeftijd, die helemaal niet wereldvreemd is en die de touwtjes goed in handen neemt.
Zij probeert samen met haar personeel kwaliteitszorgen te bieden aan de bevolking van Tchaourou en omstreken. Concreet gaat dit over een bevolking van ongeveer 163.000 mensen, verdeeld over 36 dorpen en 338 gehuchten.
Het hospitaal ligt vlak bij de weg die Cotonou verbindt met Niger en Burkina. Hierdoor is het hospitaal vrij goed bereikbaar.
Het ziekenhuis van Papané heeft 85 bedden waarvan ongeveer één derde op de materniteit en 17 op de pediatrie. Op de spoeddienst telt men 8 bedden, voor zowel medische als heelkundige urgenties. Alle diensten functioneren min of meer goed, dankzij de 99 personeelsleden.
Momenteel zijn er in het ziekenhuis van Papané grote verbouwingswerken op til waarbij het doel de spoeddienst en bijhorende beter te organiseren.
Tot hiertoe gebeurden er jaarlijks slechts een kleine duizend heelkundige ingrepen, waarvan meer dan de helft keizersneden. Wanneer de doktersploeg wordt versterkt in capaciteit en de lokalen van degelijke uitrusting worden voorzien, zou het aantal operaties in Papané stevig kunnen toenemen. Dit zou een doeltreffender antwoord kunnen bieden aan de noden van de plaatselijke bevolking, die bovendien zeer arm is en liefst niet naar de dure stad Parakou wordt geëvacueerd.
Op de materniteit van Papané bevallen er maandelijks ongeveer 80 vrouwen.
Het aantal keizersneden ligt verhoudingsgewijze vrij hoog, maar een zonaal ziekenhuis krijgt veel doorverwijzingen vanuit de lokale gezondheidsposten. Dikwijls komen deze zwangere vrouwen te laat aan in het ziekenhuis en is een keizersnede nog de enige oplossing om moeder en kind te redden.
Na deze ervaringen kan ik getuigen dat de meeste inlandse zorgverleners knap werk verrichten. Dag in, dag uit werken ze, vaak in moeilijke omstandigheden, met weinig financiële mogelijkheden en zeer beperkt materiaal. Enkelen vertrouwden me toe dat hun loon niet altijd correct of op tijd werd uitbetaald. Maar ook zijzelf moeten hun schulden aflossen en hun aankopen betalen.
Vanuit onze comfortabele Belgische stoelen zijn vooroordelen over “luie zwarten” soms vlug bevestigd. Maar als men met hen gaat samenwerken, ook al is het maar enkele weken, en dagelijks ondervindt wat hun taak concreet inhoudt, dan groeit het respect voor hun inzet.
Zowel in Boko als in Papané is nog veel werk aan de “gezondheids”-winkel. Maar ik vermoed echt dat er veel goede wil is en dat dankzij de inzet van sommige zeer gemotiveerde dokters, vroedvrouwen, verpleeg-of zorgkundigen, e.a. de inlandse zorgvragers mogen hopen op een steeds beter-wordende gezondheidszorg.
Laat het ons hopen … En waar we kunnen, er ons steentje toe bijdragen!
In alle talen van Benin zouden ze dit beamen met AMI.
Greet Ickx