Interview met schooldirecteur MAMADOU AFFOUDA

MAMADOU AFFOUDA is directeur van de EPP (école primaire publique) van Papané. Het schoolgebouw ligt naast het partnerziekenhuis van de Stichting Hubi en Vinciane.

Er zijn 5 leerkrachten die les geven aan kinderen tussen 6 en 11 jaar. Daarna gaan sommigen naar een college. Anderen stoppen en blijven thuis werken.

Toen de school in 2011 werd opgericht, kwam de Stichting ter hulp, o. a. door één van de 4 klassen te bouwen. De 3 andere kwamen er met geld van de Beninse overheid. “We werken dus ook met lokale partners” vertelt de directeur.

“Per klas zitten er zo’n 40 leerlingen. Maar op dit moment is het eerste leerjaar overbevolkt: daar volgen op dit moment 56 leerlingen les. Dus we moeten dringend nieuwe lokalen hebben.”

“We begrijpen dat de Stichting ons niet volledig kan helpen in àl onze noden want ze is actief in 46 scholen. We zijn al heel blij dat ze zo veel voor ons deed: een waterput, WC’s en sportaccomodatie bouwen, zorgen voor boeken, krijt, schoolgerief … én het volledige loon van één van de leerkrachten betalen. Die bijdrage aan dat loon wordt gradueel afgebouwd want het is uiteraard de bedoeling dat we volledig op eigen benen zullen staan.”

De directeur benadrukt ook hoe hij het apprecieert dat de Stichting mee nadenkt over concrete problemen.

Een voorbeeld: omdat de kinderen tijdens de middagpauze de hoofdweg moesten oversteken om water te gaan halen, vielen er 3 keer slachtoffers in levensgevaarlijke ongevallen.

“Samen met de Stichting installeerden we een waterput op het schooldomein, een put die ook voor water zorgt in de omliggende dorpen.”

“Een ander voorbeeld: we merkten dat meisjes, eenmaal thuis, zoveel huishoudelijke taken moesten uitvoeren dat ze of door gebrek aan tijd of door oververmoeidheid, niet aan studeren toekwamen. Het gevolg was dat veel meisjes uitvielen en jongens wel vlot een diploma haalden. De Stichting zette mee sensibiliseringscampagnes in de dorpen op, om het belang van gelijkheid tussen jongens en meisjes te onderstrepen.”

Hoe ziet hij de toekomst?
Hoe evolueert zijn scholengemeenschap naar zelfredzaamheid?

“Voor de puur materiële noden, hanteren we op dit moment een verdeelsleutel van 80-20. Als de Stichting bijvoorbeeld 80% van het nodige geld voor de bouw van een klaslokaal geeft, moet de lokale gemeenschap de overige 20 % van de kosten op zich nemen. Dat kan ook in natura zijn, bv door mee te metselen, stenen te drogen, latrines te bouwen…enz.”

“We appreciëren de know-how en de begeleiding van het Belgische en het lokale team van de Stichting enorm. Het feit dat er in elk project een eigen inbreng van ons wordt geëist, maakt dat wij als Beniners ook in onze eigen waarde worden gelaten. We voelen ons daardoor partners en hopen uiteraard ooit volledig zelfredzaam te zijn, maar helaas…we hebben de hulp van de Stichting nog een hele tijd nodig.”

Lea Van Hoeymissen