Dagboek van een inleefreiziger

Vrijdag 28 oktober

Het is zover. Vandaag vertrekken we op inleefreis naar Benin met Stichting Hubi & Vinciane. Pat, onze GO (Gentil Organisateur) voor deze reis staat ons in Zaventem op te wachten. Een aantal medereizigers zien we voor het eerst, anderen kennen we al van het voorbereidende infomoment.

  • Reispas: Check!
  • Visum: Check!
  • Vaccinaties: Check !
  • Malariamedicatie: Check !
  • Stress: Check !!!
  • Goesting: Check !!!!!!!!!!!

Na een vlucht van een zevental uur landen we in Cotonou in Benin. De vochtige warmte overvalt je zodra de deur van het vliegtuig open gaat. We zitten dan ook vlakbij) de evenaar (700 km). Twee minibusjes en een pick-up brengen het ganse gezelschap naar onze eerste verblijfplaats AMCES, het congrescentrum van de koepelorganisatie van privé-hospitalen in Benin. Daar wacht ons onze eerste Beninse maaltijd met konijn, vis, gebakken banaan, sla, rijst en een lekkere groentesaus die we – wat we toen nog niet wisten – bijna dagelijks voorgeschoteld zullen krijgen.


Zaterdag 29 oktober

Na een warme en klamme nacht – wél een ventilator, maar geen elektriciteit – beginnen we aan het ‘cultureel-historische’ gedeelte van de inleefreis. Iedereen kleeft met zijn neus tegen het raam: zoveel indrukken, zoveel kleuren, zoveel stof, zoveel drukte …

Onze eerste uitstap brengt ons naar Ouidah, de spirituele hoofdstad van de voodoo, waar we een bezoek brengen aan de voodoo python tempel. De python slang wordt er vereerd als een goedaardige kracht (en bestrijder van ongedierte op de velden, wat ook meegenomen is). We maken in een tempeltje kennis met enkele prachtige exemplaren en poseren om beurt met een slang om de hals wat leuke foto’s oplevert voor het thuisfront.

Ouidah speelde ook een belangrijke rol in de slavenhandel. Heel wat monumenten en plaatsen herinneren aan de gruwel die miljoenen mensen daar hebben meegemaakt: de markt waar de slaven verkocht werden, de ‘cases Zomaï’ – een hermetisch gesloten aardedonker bouwsel waar de slaven opgesloten werden om om te wennen aan de omstandigheden in de slavenschepen -, de put waar de overleden, zieke en zwakke slaven werden ingegooid, de boom van de vergetelheid en – last but not least – ‘la porte de Non Retour’. Niemand blijf onbewogen bij dat bezoek. Wat kunnen mensen mekaar aandoen? Pure horror die enkele eeuwen heeft geduurd.

Na de middag bezoeken we het kleine, maar mooie museum van de Stichting Zinsou dat enkele pareltjes van eigentijdse Beninse kunst herbergt.

’s Avonds eten we in het ViaVia Reiscafé in Grand Popo aan de kust, waar jongeren uit de regio opgeleid worden voor een job in de horeca. Ze werken er mee in de keuken, in het restaurant, aan het onthaal en de kamerservice, en leren zo de kneepjes van het vak. Na een jaar en enkele geslaagde tests krijgen ze een diploma. Stichting Hubi&Vinciane investeerde er onder meer in de verblijfs- en vergaderinfrastructuur. Absoluut een mooi verblijf en vooral ook boeiend de studenten aan het werk te zien.


Zondag 30 oktober

Vandaag staat een bezoek aan “La Bouche du Roy” op het programma. We doen een boottocht naar de monding van de rivier Mono in de Atlantische oceaan waar prachtige mangrove bossen passeren en eilandjes verkennen waar duizenden vogels komen broeden. Als kers op de taart gaan we naar het “zouteiland’ waar de bewoners aan traditionele zoutwinning doen. Nadat we enkele kilo’s zout hebben gekocht, worden we getrakteerd op verse kokosnoot.. Ongelofelijk hoe (hele kleine) jongens en meisjes met (hele grote) machetes in één handige zwier de kokosnoten ‘onthoofden’. Onderweg zien we vissers aan het werk: het hele dorp wordt opgetrommeld om de reuzegrote netten binnen te halen.

En dan gaat het richting binnenland: naar Possotomé aan het meer van Ahémé, het het ‘Chaudfontaine’ van Benin. Wij gaan er niet naartoe voor het water – wat trouwens wel heel erg lekker is – maar voor een wandeling door het Forêt Sacrée. Via een kleine omweg neemt onze gids ons mee naar de marché du troc waar we op een lokale zoetigheid getrakteerd worden. Vijf pientere tienjarige jongetjes lopen de hele weg met ons mee en vertellen honderduit over hun dorp, de school, thuis…. Voor de meesten onder ons een serieuze ‘eyeopener’….

’s Avonds logeren we bij ‘Chez Theo’, een uniek hotel dat als een geheel van paalwoningen op het water is gebouwd.


Maandag 31 oktober

Voor onze laatste “culturele” dag staat een bezoek aan de koninklijke paleizen van Abomey gepland, een indrukwekkende reeks van paleizen die doorheen de eeuwen gebouwd werden door de opeenvolgende koningshuizen. Een must see voor elke bezoeker aan Benin. Op onze blote voeten –er werd ons gevraagd onze schoenen uit te doen uit eerbied voor de koning die in de buurt zou zijn, – verkenden we de paleizen van Guézo en Glélé, zagen we oude tronen en wapens en leerden we over de vaak uitgevoerde ‘déchargements’, synoniem voor onthoofding. Mét schoenen én onze hoofden zetten we onze reis verder landinwaarts tot in Dassa voor een laatste tussenstop vòòr het vertrek naar Parakou waar de Stichting haar hoofdzetel heeft.


Dinsdag 1 november

Waar de grote invalswegen in vrij goede staat waren – de laatste jaren werd er heel wat geïnvesteerd in de infrastructuur – blijkt dat niet meer het geval eens je een zijweg inslaat. Stoffige wegen, met heel veel gaten en oneffenheden… Daar tussendoor stappen tientallen mensen met loodzware grote bassins met water op het hoofd of stapels takken op de rug. Ergens onderweg stoppen we aan een dorp waar Eric, de voedingsdeskundige van de Stichting, een vorming over het belang van borstvoeding aan de dames van het dorp geeft. De ontvangst is warm en overweldigend, met uiteraard de nodige dans en zang.. Onze eerste kennismaken met Afrikaanse gastvrijheid, enthousiasme, ritme en ‘joie de vivre’..

En relativeren leer je hier ook. Dorpen zonder elektriciteit en stromend water zijn hier schering en inslag. Voor water moeten de mensen kilometers stappen, koken doe je op een open vuurtje in één grote pot, ’s avonds is het aardedonker … Weinig westerlingen zouden dit leven aankunnen.

We zetten onze rit verder naar het Centre de Santé van Kassouala, een dorp vlak bij de Nigeriaanse grens. Dat centrum dat geassocieerd is met het hospitaal van Papané, werd door de Stichting volledig gerenoveerd met subsidies van de provincie West-Vlaanderen. Een verpleger en een assistent-verzorgende zullen er de eerste zorgen toedienen aan de vele dorpelingen. Pascal Van Assche, zus van Vinciane en gedelegeerd bestuurster van de Stichting, knipt samen met Emile Kouthon, directeur-arts van het hospitaal in Papané, plechtig het inhuldigingslintje door.

In de late namiddag bezoeken we het CIAP, het Centre d’Innovaction de Parakou, de hoofdzetel van de Stichting in Benin, waar we kennis maken met het lokale team én met hun dromen.


Woensdag 2 november

Vandaag zetten we koers richting Papané. Onderweg houden we halt in Tchaorou voor een audiëntie bij de burgemeester, en bij de (regionale) koning. Vervolgens rijden we verder naar Saint-Martin, het hospitaal waar alles begon. Hubi werkte er als arts-directeur toen hij in 1982 samen met Vinciane, zijn verloofde, verongelukte. In een monument dat het hospitaal oprichtte ter nagedachtenis van Hubi & Vinciane zitten alle brieven die ze mekaar schreven. Echt pakkend. Binnen hangt ook een foto van pepe Piet, de papa van Vinciane en Pascale die aan de oorsprong staat van de Stichting.

In het hospitaal bezoeken we verschillende afdelingen, maken we kennis met verpleegkundigen en dokters en hebben we ook voorzichtig en discreet contact met enkele patiënten. Hoe anders is alles daar. Patiënten krijgen alleen medische verzorging. Voor voeding, hygiëne, wassen van kleding en lakens … zijn ze afhankelijk van familieleden. Rond en tussen de gebouwen is het dan ook een drukte van jewelste. Het materiaal in het hospitaal ziet er netjes, maar verroest uit. Dat zou te wijten zijn aan het eau de javel dat ze met liters gebruiken om alles te kuisen. Voor andere producten die het metaal niet beschadigen, ontbreken de middelen.


Donderdag 3 november

Ter gelegenheid van het veertigjarige bestaan van de Stichting is er een ‘caravane’, een optocht door de straten van Papané georganiseerd. Samen met lokale hoogwaardigheidsbekleders en sympathisanten en begeleid door een Brass Band en enkele “chevaux dansants” – prachtig geklede ruiters met dansende paarden – stappen we richting het stadhuis van Parakou. Onderweg hebben we veel bekijks. En stappen en dansen mensen spontaan mee met de caravane. Ook de pers is talrijk aanwezig. Aan het stadhuis houden zowel de afgevaardigde van de burgemeester als de voorzitter van de Stichting, Gilles de Kerchove, en Pascale Van Assche, een korte toespraak. De reportage die op de Beninse televisie werd uitgezonden, staat ondertussen op de website en de Facebook account van de Stichting.

’s Middags zijn we uitgenodigd in het CIAP waar Eric, onze voedingsdeskundige, samen met enkele mama’s een evenwichtige en gezonde (en vooral hele lekkere) maaltijd voor ons bereid heeft.

Na een korte break brengen we een bezoek aan de universiteit van Parakou waar de professoren Rodrigue DJOGO en Ibrahim TOKO ons een rondleiding geven door de landbouwfaculteit. De Stichting heeft namelijk belangrijke investeringen gedaan in testmateriaal voor bodem- en wateronderzoek en in het onderzoek naar aquaponie (combinatie van vis- en groententeelt).

‘s Avonds oefenen we onze dansjes in. Op vrijdag bezoeken we immers de scholen en we willen daar geen modderfiguur slaan. Onder deskundige begeleiding van Thomas en Ella leert de hele groep de square dance ‘In Zaire’ van Johnny Wakelin en ‘Het Smidje’ van Laïs aan.


Vrijdag 4 november

Vandaag is er eerst een bezoek aan een school. Jammer genoeg zijn er geen leerlingen omdat het pedagogische studiedag is. De directeurs zijn in ieder geval blij met het educatief materiaal dat we bij hebben. Daarna bezoeken we het nabijgelegen dorpje met de rijstpelmachine en de opslagplaats geschonken door de Stichting, enkele kleinere moestuinen en een grote gemeenschappelijke moestuin waar de coöperatieve van 15 vrouwen schitterend werk levert.

Vervolgens trekken we richting hospitaal Saint-Jean-de-Dieu in Boko. De Stichting heeft daar recent geïnvesteerd in de recovery room. Het gebouw wordt plechtig ingehuldigd door de directie en door Pascale Van Assche. De rondleiding geeft een goed beeld van de verschillende diensten van het hospitaal. Ook hier kamperen de familieleden in de omgeving van het hospitaal om ‘hun’ patiënten te verzorgen.

In de tweede school zijn de leerlingen gelukkig wel aanwezig. Het warmste welkom ooit. Enthousiaste kinderen die na enig aarzelen toch meedoen met het dansje op de tonen van ‘Het Smidje’ van Laïs. Waarschijnlijk verkneukelen zij zich in onze danspasjes die ongetwijfeld stroef lijken in vergelijking met de hunne.

’s Middags houden we halt in de opleidingsboerderij van Sokounon waar de Stichting verschillende belangrijke investeringen heeft gedaan zoals de bouw van een watertoren, logies voor stagiaires, een magazijn en winkel, een kweekprogramma voor geitjes …

40 jaar - 40 ans

’s Avonds is er ‘het feest’ rond het 40 jarige jubileum van de Stichting. Heel wat hoogwaardigheidsbekleders, partners en sympathisanten zijn speciaal naar de feestzaal afgezakt om samen met ons te vieren. En niemand minder dan onze kersverse ambassadeur, drummer Angelo Moustapha, trakteert ons op een privé-optreden. Het eten is heerlijk, de muziek is geweldig en de sfeer is zalig.


Zaterdag 5 november

Een heeele lange busrit voor de boeg: van Parakou naar Cotonou … Onze chauffeur, het moet gezegd, rijdt heel voorzichtig. Hij heeft dat de hele week op een ongelofelijk plichtsbewuste manier gedaan. En onze GO heeft dat ook schitterend gedaan. Het was niet altijd evident om alle schapen bij elkaar te krijgen en te houden, maar desondanks zijn we nergens (serieus) in de problemen geraakt.

’s Namiddags houden we nog even halt aan de Marché Artisanal waar we mooie souvenirs inslaan voor verkoop op de kerstmarkt in België, tijdens de Corrida, of gewoon voor thuis, voor familie, vrienden …

’s Avonds nog een gezellig etentje met de hele groep. Het afscheid nadert….


Zondag 6 november

Een laatste uitstap naar Ganvié, een dorp volledig gebouwd in het water op palen, met maar liefst 20 000 inwoners. Indrukwekkend, onwaarschijnlijk….

Na een allerlaatste middagmaal samen vertrekken we richting luchthaven. We zijn nog niet weg en we missen Benin en mekaar nu al.

Eén laatste boodschap van alle inleefreizigers van november 2022: Benin, we’ll be back!