Op inleefreis met de Stichting Hubi & Vinciane

an 28 november tot 6 december reisden we met een 20-tal enthousiastelingen naar Benin. We bezochten er de prachtige projecten van de Stichting. We ontmoetten er ook de lokale medewerkers en vierden ter plaatse feest, omdat de Stichting precies 40 jaar bestaat.

Ik, Machteld Libert, reisde ook mee. Hierbij mijn fotoreportage.

Of ik kort drie ervaringen kan schrijven die mij het meest bijgebleven zijn van de inleefreis met Hubi & Vinciane in Benin? Dat is de vraag van de redactie van deze nieuwsbrief. 
Graag, natuurlijk.  

Begin ik dan met mijn eerste confrontatie met Zwart-Afrika? Benin met z’n rode zandwegen met massaal veel brommertjes erop. Permanent claxonnerend. Mannen, vrouwen, soms met z’n drieën op één brommer én nog een halve huisraad er bovenop. En dan ook nog een volgestapelde fruitkorf op het hoofd van een passagier, die, oh ja ook nog een kind op de rug draagt. 

Of die eerste nacht zonder elektriciteit en water? Neen, dat is een bijzaak. 
Als ik dan echt moet kiezen, dan denk ik aan het ziekenhuis in Papané, daar waar alles begon, 40 jaar geleden. Waar Hubi (Hubert) geneesheer-directeur was van het ziekenhuis. Het treft wel, de gedenksteen met de foto’s van Hubi en Vinciane bij de ingang van het ziekenhuis. Maar al gauw wordt een paar meter verder een pasgeboren baby geschrobd en glad gepoetst.  

Aansluitend naar de school in Tchaourou, waar Vinciane 40 jaar geleden wetenschappen en wiskunde doceerde. Ik mag hopen dat de kinderen van toen even blij waren met haar aanwezigheid als met onze passage. In hun beige uniformpjes en de blauwe versleten Unicef rugzakjes op de rug worden we meer dan welkom geheten. Ze voelen, tasten, pakken handen, dansen, lachen,… Maar ze leren ook. Vandaag wordt de zin ‘Je ne peux pas courir après une moto’ erin gedramd. ‘t Zal wel, met al die brommers hier, kriskras door mekaar. 

Of moet ik het toch over de volgende dag hebben, samen met Moussa, de Beninse landbouwdeskundige van de Stichting. Die langs de dorpen gaat, de bewoners nieuwe gewassen leert kennen die ze gezamenlijk in een ‘jardin communautaire’ zaaien, onderhouden, oogsten incl. de juiste ecologische bemesting en irrigatie. Daardoor gezonder leren eten, naast de gangbare pates (pap) die vult, maar niet echt voedt. En dan de bananenteelt, hoe eenvoudig kan het zijn, naast de douches en de toiletten bananenbomen planten, daar waar het vochtig is. 

Maar er is natuurlijk ook het dorp ver weg in de brousse op een nauwelijks te berijden zandweg. Waar de 3-jarige Zouerath dankzij de opvang in het ziekenhuis van H&V gered is van de ondervoeding. Het meisje in een prachtig feestelijke roze jurk weet niet wat haar overkomt, al die aandacht, dat geknuffel. Het is dankzij het werk van Constant, de maatschappelijk werker van H&V die regelmatig langsgaat in al die dorpen, waar hij info krijgt van een paar vrouwen over waar het misgaat. Soms kan hij ter plaatse bijsturen, soms moet een kind opgenomen worden. 

In Boko, nog een ziekenhuis van Hubi & Vinciane, waar de ondervoede kinderen gedurende 4 weken aangesterkt worden, waar de moeders info krijgen over gezonde voeding. Al zien we daar een moeder van een 3 maand oude baby die na anderhalve week het ziekenhuis wil verlaten. De bloedwaarden van de baby zijn nog lang niet in orde, maar de moeder wil naar huis met haar baby. Want thuis wachten nog zes andere kinderen op haar. 

Geboortebeperking, dat moet hier toch dringend een thema worden, maar hoe kan je dat hier bijbrengen in een land waar het geloof nog zo bepalend is. 

We bezoeken ook een ruwbouw van wat begin volgend jaar het incubatiecentrum moet worden. Daar waar jonge Beniners ondersteuning zullen krijgen om een eigen zaak uit te bouwen.  

Het waren meer dan drie impressies. Sorry, daarvoor. En dan heb ik het nog niet gehad over de karavaan die door Parakou gaat, n.a.v. 40 jaar Stichting, het feest op vrijdagavond waar ook kinderen uit de buurt kwamen meedansen, de plotse regenval waardoor een deel van de marktjes langs de kant van de weg worden weggespoeld, de grote kloof tussen arm en rijk in Cotonou, waar je 200 meter van een beter restaurant mensen op vuilnisbelten ziet overleven. 

Slotsom. 

Wat een prachtig werk wordt hier verricht door Stichting Hubi & Vinciane. Maar hoeveel werk is hier nog te doen?  

Niet de old school ontwikkelingshulp van weleer, wel ontwikkelingssamenwerking: kennis doorgeven aan de Beniners die het hopelijk over x jaar zelf kunnen. Ik geloof erin. Maar voor het zover is, zal er nog veel input en zorg nodig zijn. 

Ga zeker ook naar de impressies van Marie-Thérèse, Magdaleen, Sam, Rik, Stijn, Kathleen en Yves!